Naast de krachtige verhalen van zorgprofessionals over saamhorigheid en verbinding staan machteloze verhalen van naasten en begeleiders over de schurende kanten van samen optrekken in crisistijd. Lang niet iedereen voelde zich namelijk deel van deze grote saamhorigheid. Vooral naasten leken buiten de boot te vallen.
Naasten mochten van de ene op de andere dag niet meer op bezoek komen op de woning en mochten hun zoon, dochter, broer of zus niet meer meenemen voor een uitje. Hoewel de begeleiders op de groepen hun uiterste best deden om het contact met familie mogelijk te maken, zorgden deze maatregelen ervoor dat naasten zich buitenspel gezet voelden. Een vader zei: ‘Waar Amsta het altijd heeft over samen optrekken met de familie, kwam daar nu opeens niets meer van terecht !’
Ook diverse zorgprofessionals ervoeren een gebrek aan verbinding met andere betrokkenen in de organisatie. Een begeleider vertelt dat de groep een eilandje voelde waar zij, haar collega’s en de bewoners ‘het samen maar moesten zien te redden’. Een teammanager die zich niet liet zien en de uitgebreide en tijdrovende protocollen wat betreft het aan- en uittrekken van beschermende kleding maakte de woning een geïsoleerd stipje in een uitgestrekte oceaan. ‘Het voelde heel eenzaam en naar’.
Bewoners werden door coronamaatregelen letterlijk en figuurlijk, zonder dat ze begrepen waarom, afgesneden van het ‘samen’ dat de basis vormt van hun leven. Van hun naasten en van de begeleiders wier constante (lichamelijke) nabijheid ze zo nodig hebben om zichzelf veilig en verankerd te voelen.
Lees in het kader van de kunst van samen verhalen over meningsverschillen en discussies over maatregelen en vaccinaties.