In de eerste weken van de crisis kregen ook VG-organisaties (dringende) richtlijnen aangereikt vanuit de overheid, met de opdracht deze te vertalen naar organisatieniveau. Door de cisisaanpak werden bij Amsta Karaad veel bestaande korte lijntjes door het management stevig aangetrokken: zo gaan we het doen! Hoewel de betrokkenheid van naasten en begeleiders cruciaal is voor het bieden van goede zorg aan bewoners met EV(M)B, werden zij niet betrokken bij de besluitvorming.
Omdat de coronacrisis vanuit de overheid vanaf het begin ingestoken werd als een medische crisis, was het medische discours wat betreft risicoafweging als vanzelfsprekend leidend. Daarom en ook door noodzaak tot snel handelen werden naasten, maar ook begeleiders, vrijwel vanaf het begin buiten de besluitvorming gehouden. Sommige medewerkers en naasten hadden hier geen problemen mee: ‘Het moet maar, Amsta Karaad zal wel weten wat het beste is en heeft het beste met ons voor!’ Maar er klonken ook andere, kritische geluiden, vooral vanuit de medezeggenschap:
Hier werd duidelijk dat de korte lijntjes en goede relaties die er waren - en nog steeds zijn – ook doorweven zijn met deels verborgen machtsverhoudingen, die zich laten gelden ‘als puntje bij paaltje komt’. Angst vanuit het management dat het betrekken van naasten of begeleiders bij crisisberaad het snelle handelen zou doen stagneren of zou leiden tot ongelukkige keuzes waarvoor zij later rekenschap af zouden moeten leggen, speelde hierin een rol. Dit terwijl juist de naasten, maar ook de begeleiders, al heel snel doorhadden dat de focus op het voorkomen van besmettingen- ingegeven vanuit het medisch discours vanuit de overheid - een grote negatieve impact had op het welzijn van mensen met een EV(M)B. Zij zijn namelijk in grote mate afhankelijk van de fysieke nabijheid van verwanten en vertrouwde zorgverleners die hun grote behoefte aan veiligheid en structuur waarborgen.
Lees in het kader van elastisch sturen over het belang van elastische verbindingen na de crisis